8 jaar anniversary!

Gisteren leerde ik precies 8 jaar geleden mijn (beste) vriend kennen. Vanaf dag één was het goed en daar schreef ik een kort verhaaltje over. Veel leesplezier!

"Een vriend van me wil met je praten." Ik sta in het Grand Café, de enige plek in de stad waar je een beetje kunt dansen, drinken en doen alsof je uit bent. Dylan kijkt me met een schuin hoofd aan.  

"Oké, dan mag hij wel naar me toe komen. Ik bijt niet," zeg ik terwijl ik om me heen kijk. Mijn blik blijft even hangen bij een jongen aan de andere kant van de zaal, maar ik kijk snel weer weg.  

Ik klets met mijn vrienden, dans, drink wat van mijn smerige zoete witte wijn en probeer zijn blik te negeren. Toch voel ik hem telkens weer. Alsof mijn ogen hem vanzelf blijven opzoeken. Waarom let ik toch steeds op hem?

Het is vier uur. De lichten gaan aan, de muziek stopt en langzaam loopt iedereen naar buiten. Voor de deur zie ik Dylan met een van mijn vriendinnen praten. De jongen van eerder – Stef, blijkbaar – staat ernaast met zijn handen in zijn zakken. Iets aan hem trekt me aan, maar ik weet niet precies wat. 

"Jij bent laf," zeg ik speels terwijl ik naast mijn vriendin ga staan. "Wil je met me praten, kom je niet eens naar me toe!"  

"Met jou praten? Wie zegt dat?"  

"Dyl."  

"Dat heb ik niet gezegd, hoor," lacht hij.  

Ik zie dat we dezelfde schoenen dragen, alleen in een andere kleur.  

"Leuke schoenen," zeg ik.  

Hij kijkt omlaag en grijnst. "Jij ook."  

Het voelt vertrouwd, alsof ik hem al jaren ken. We blijven even zwijgend naar elkaar kijken, terwijl om ons heen vrienden afscheid nemen.  

"Moet je naar huis?" vraagt hij.  

"Niet per se. Jij?"  

"Blijf liever met jou praten."  

Ik bloos, verrast door zijn directe antwoord. Samen lopen we naar het stenen monument in het midden van het plein en gaan zitten. Het is inmiddels kwart over vier. De voel de koud door mijn spijkerbroek en nep leren jasje, maar het maakt me niet zoveel uit. Hij zit dicht naast me. We praten en lachen. Voor ik het weet is het half zes en begint de lucht al langzaam te kleuren.  

"Ik moet echt naar huis, Stef," zeg ik met tegenzin.  

Hij trekt een pruillipje. "Mag ik wel je nummer, voordat je gaat?"  

Normaal geef ik mijn nummer niet zomaar. Maar dit voelt niet als zomaar. Alsof ik geen anderhalf uur, maar een hele dag met hem heb besteed. 

"Geef je telefoon maar, dan zet ik het erin."  

Ik typ mijn naam en nummer in, geef zijn telefoon terug en geef hem een knuffel. Hij geeft me een kus op mijn wang. We blijven elkaar iets langer vasthouden dan normaal. Het voelt fijn, vertrouwd. 

Ik stap op mijn fiets, draai me nog één keer om en zwaai. Met een grote glimlach fiets ik in het schemer naar huis. 

Even later hoor ik zijn stem op WhatsApp:  

"Hee Juul, laat me even weten als je thuis bent. Zou ik wel chill vinden."  

Ik stuur een selfie terug, broodje hagelslag in mijn hand. "Gelukt!" typ ik erbij.  

Binnen twee seconden krijg ik een foto terug – precies zo’n zelfde pose.  

Ik lach hardop.  

Waarom voelt dit zo goed?

Next
Next

Suikervast - Week 1